Gifstoffen

Wij kennen 2 soorten gifstoffen in ons lichaam. Wateroplosbare en vetoplosbare gifstoffen.
Wateroplosbare gifstoffen worden door de nieren uitgescheiden en vetoplosbare gifstoffen door de lever in samenwerking met de gal. Ook kan de lever vetoplosbare gifstoffen omzetten in wateroplosbare gifstoffen en dat heet biotransformatie.
Je lever is de grootste fabriek van je lichaam die bijna alle gifstoffen uit je omgeving zuivert.
Gifstoffen krijgen wij, soms onbewust, binnen via onze voeding, via het koken met plastic- en aluminium keukengerei. Ook door roken, het drinken van alcohol, het slikken van medicijnen, het gebruik van niet natuurlijke cosmetica, via ons drinkwater en het inademen van uitlaatgassen. Dit kan ons lijf heel goed zelf uitscheiden alleen kost dat veel energie. En aangezien we dagelijks bloot worden gesteld aan al deze gifstoffen lukt het ons lichaam niet om elke keer al die gifstoffen te verwijderen. Deze stoffen worden dan door de lever opgeslagen in onze vetcellen. Om de lever zijn werk goed te laten verrichten heeft de lever genoeg vitaminen en mineralen nodig. Dit laatste ontbreekt vaak in bewerkte voedingsmiddelen die we tot ons nemen.
Gezondheidsklachten door opgebouwde gifstoffen
- Vermoeidheid en lusteloosheid
- Lokale ontstekingen
- Spijsverteringsproblemen (verstopping, diarree, krampen)
- Vertraagde vetverbranding en gewichtstoename
- Pijnlijke of stijve gewrichten
- Prikkelbaarheid en depressies
- Verhoogde bloedsuikerspiegel
- Schimmelinfecties (candida)
- Menstruatieproblemen en onvruchtbaarheid
- Onzuivere huid
- Astmatische klachten waaronder veel slijm
- Aankomen in gewicht
- Hoofdpijn